eenvoudig

bijvoeglijk naamwoord
  1. zonder ingewikkeldheid of complexiteit; gemakkelijk te begrijpen of te doen bijvoeglijk naamwoord
    De instructies waren zo eenvoudig dat iedereen ze kon volgen.
    Het recept is eenvoudig en vereist slechts een paar ingrediënten.
  2. bescheiden of zonder luxe; niet opzichtig bijvoeglijk naamwoord
    Ze leefden een eenvoudig leven op het platteland.
    Zijn kledingstijl is altijd eenvoudig en stijlvol.