fly

Zelfstandig naamwoord / Werkwoord
  1. Vlieg (het insect) Zelfstandig naamwoord / Werkwoord
    De vlieg zat op de tafel.
  2. Vliegen (beweging) Zelfstandig naamwoord / Werkwoord
    Hij kan goed vliegen.
synonyms: vlieg, vliegen, vliegje